Hoofdluis
Hoofdluisprotocol
Op school is er een ouder contactpersoon van de LOL-groep (Let Op Luizen).
Wat is hoofdluis?
Iedereen kan hoofdluizen krijgen, ze maken geen onderscheid tussen schoon en vies haar.
Het kan dus alle leerlingen, maar ook leerkrachten en ouders overkomen. Als u hoofdluis bij iemand in uw gezin ontdekt, willen we dit als school graag weten. Wij kunnen dan bepalen in hyoeverre wij als school actie moeten nemen en in welke vorm. Om zicht te krijgen op de omvang van het probleem nragen wij daarom aan alle ouders om hun kind geregeld op hoofdluis te controleren.
Om misverstanden te voorkomen: Door vaak het haar te wassen voorkom je hoofdluis niet.
Hoe herken je hoofdluis?
Een hoofdluis is een klein grijs-grauw tot bruin beestje. Een volwassen luis is zo'n 3 mm groot, bijna net zo groot als de kop van een lucifer. Luizen hebben de menselijke huid nodig om te leven. Ze prikken gaatjes in de huid en zuigen daardoor bloed op. Daarom bevinden ze zich zo dicht mogelijk bij de hoofdhuid. De luizen leggen hun eitjes (neten) het liefst op warme plaatsen zoals in de nek, achter de oren en onder de pony. De neten zitten met een soort lijmstof aan de haren vast, dicht tegen de hoofdhuid aan en zijn grijswit of soms zwart van kleur. Wanneer je er overheen wrijft, laten ze niet los zoals b.v. bij roos. De neten komen na ongeveer acht dagen uit. De jonge luizen zijn na acht dagen volwassen en gaan dan zelf ook eitjes leggen. Het aantal luizen op het hoofd kan zo in korte tijd sterk toenemen.
- Probeer hoofdluis te voorkomen door niet elkaars borstel en kammen te gebruiken, leen geen jassen, mutsen, haarspeldjes e.d. van een ander.
- Het is niet de bedoeling hoofdluismiddelen ter preventie te gebruiken, dit helpt niet. Er wordt toch gebruik gemaakt van schadelijke stoffen waar u zorgvuldig mee moet omgaan en die u alleen moet gebruiken wanneer er luizen zijn.
- Neten zijn vaak moeilijk te verwijderen. Met een azijnoplossing van 2 eetlepels azijn op 1 kopje lauw water, met een scheutje crème-spoeling, laten de neten vaak makkelijker los.
- Kijk in de nek, achter de oren en onder de pony of u neten ziet. Als er neten zijn en er is nog niet behandeld, dan moeten er ook luizen zijn. Zijn de neten meer dan 1 cm. van de hoofdhuid verwijderd, dan zijn ze dood.
- Kam met een stofkam, liever nog met een netenkam (Nisska-kam), het haar vanaf de kruin naar voren toe. Doe dit boven een witte handdoek, een wit stuk papier of boven de wasbak. Kam goed over de hoofdhuid heen, de luizen vallen er dan uit.
- Soms klagen kinderen over jeuk op de hoofdhuid, of ziet u ze geregeld krabben, maar lang niet alle kinderen hebben last van jeuk.
Hoe behandel je hoofdluis?
Er zijn bij de drogist of apotheek diverse hoofdluisbestrijdingsmiddelen te koop. Er zijn chemische middelen en middelen die werken op natuurlijke basis. De shampoo's raden wij af, deze werken niet krachtig genoeg. Wanneer u zonder hoofdluismiddelen wilt behandelen is dit mogelijk met de speciale netenkam (Nisskakam). Dit is een fijn metalen stofkam. Het haar moet dan minimaal twee keer per dag gedurende twee weken zorgvuldig lok voor lok gekamd worden. Mits dit kammen consequent uitgevoerd wordt, is dit een doeltreffende methode om van het hoofdluisprobleem verlost te worden. (Schuif voor het kammen een gaasje over de tanden van de kam, hierdoor is de kam makkelijker schoon te houden). De voorkeur gaat uit naar het behandelen met een hoofdluismiddel in combinatie met het kammen zoals hierboven staat beschreven.
* Lees altijd de bijsluiter goed door, elk middel moet weer anders worden gebruikt.
* De GGD-medewerkers raden de Prioderm-lotion en Noury-lotion aan omdat ervaring heeft geleerd dat deze middelen momenteel het beste resultaat geven.
* De malathion houdende middelen zoals Prioderm en Noury kunnen niet onbeperkt worden gebruikt.
* Prioderm wordt onwerkzaam door chloorhoudend zwemwater. Daarom niet gaan zwemmen tot 1 week na de behandeling.
Zo gaan wij er mee om op school
Hoofdluisbestrijding is een gezamenlijke verantwoordelijkheid. Ouders, school en GGD Fryslân hebben op dit terrein ieder hun eigen taak en verantwoordelijkheden.
Ouders
Ouders/verzorgers controleren hun eigen kinderen wekelijks op hoofdluis. Als er hoofdluis is geconstateerd bij hun kind, moeten ze dit direct melden aan school en starten met behandelen.
School
De school neemt maatregelen ter voorkoming van hoofdluis en voorkoming van verdere verspreiding. In dit protocol wordt aangegeven hoe onze school hoofdluis constateert en wat er gebeurt wanneer er hoofdluis wordt geconstateerd.
GGD Fryslân
De GGD heeft een voorlichtende, adviserende en ondersteunende taak ten aanzien van hoofdluisbestrijding. Dit gebeurt door het geven van informatie en advies, door middel van folders, posters e.d. Voor een ouderavond of een instructie aan de ouderwerkgroep kan een beroep op de GGD worden gedaan. De verpleegkundige van de GGD kan ouders begeleiden die problemen ondervinden bij de bestrijding van hoofdluis. Op de website van de GGD vindt u informatie. De GGD kan NIET de verantwoordelijkheid van de ouders en die van de school overnemen.
Hoofdluiswerkgroep
Binnen de school is een hoofdluiswerkgroep samengesteld. Deze werkgroep, bestaande uit ouders, controleert alle kinderen op hoofdluis. De werkgroep werkt volgens de richtlijnen van de GGD.
Richtlijnen:
- De hoofdluiswerkgroep controleert na elke vakantie of na een melding van hoofdluis alle kinderen op hoofdluis.
- Indien er hoofdluis is geconstateerd, worden de bevindingen doorgegeven aan de betreffende ouders. De ouders worden telefonisch geïnformeerd door de contactpersoon van de werkgroep of krijgen een brief (met de folder van de GGD) toegestuurd.
- Indien er voor de eerste maal hoofdluis op school is geconstateerd, ontvangen alle ouders een brief.
- Na één week controleert de hoofdluiswerkgroep weer alle kinderen en leerkrachten.
In een aantal gevallen kan er sprake zijn van hardnekkig hoofdluis. De jeugdverpleegkundige van GGD Fryslân kan die ouders thuis adviseren en begeleiden. Bij hardnekkige hoofdluisproblemen heeft de school altijd overleg met de jeugdverpleegkundige van de GGD en wordt er een gezamenlijke aanpak bepaald.